Doorgaan naar hoofdcontent

De onwerkelijkheid van het waarneembare en De onwaarneembaarheid van het werkelijke.*

Dit artikel is bedoeld de aandacht te vestigen op de moderne renaissance van het metafysisch idealisme, de opvatting dat de werkelijkheid in essentie geestelijk is. Tevens als een oproep om te onderzoeken of een vergelijkende studie, uitwisseling en wederzijdse kritiek tussen esoterie en analytisch idealisme mogelijk is en wellicht zinvol is. Dit is een bescheiden eerste poging.

Ad Rek

De stelling in de titel opent de vraag en suggereert tevens dat onze werkelijkheid illusoir is en er een ‘echte’ werkelijkheid bestaat die we niet kunnen waarnemen. Hoe kun je het over een onwaarneembare werkelijkheid hebben. Die kun je toch niet waarnemen? Sla je dan niet aan het fantaseren, ga je niet juist dan jezelf iets illusoirs en onwerkelijks voorstellen? Dat kan je toch niet serieus nemen, behalve als sprookje, sciencefiction, fantasie of godsdienst?

Om werkelijkheid van onwerkelijkheid te onderscheiden zijn we aangewezen op waarneming en het verwerken van die waarneming. Waarnemen lijkt voornamelijk verbonden met het zintuiglijk waarnemen. We doen dit door tasten, proeven, ruiken, horen en zien, de bekende 5 zintuigen.

Zeven zintuigen in de Anu Gita

Misschien interessant hier te wijzen op een Indiase visie die 7 zintuigen kent. Deze is te vinden in de Anu Gita hfdst 7 en 8. Daar is dan het verstand, het denken het 6de zintuig. Niet te verwarren met wat wel eens het 6de zintuig genoemd wordt en waarmee men een min of meer paranormale intuïtie of instinct bedoeld.

Het 7de zintuig is in de Anu Gita dat van geestelijke intelligentie, weten. Het is opmerkelijk dat ook dit een zintuig genoemd wordt. We verstaan onder zintuig toch vooral de functie van waarnemen, van informatie ontvangen. Dit 7de lijkt echt te verschillen van het 6de en van alle 6 samen. Van deze geestelijke intelligentie wordt gezegd dat het niet persé informatie van de andere zes nodig heeft. Er bestaat hier onmiddellijk weten. Dus zonder middelen. Zonder zintuiglijke informatie, zonder nadenken en deductie, conclusie enz. het gaat hier over weten buiten tijd, taal en denken. Het verstand als zesde zintuig rekenen is nog te volgen, dat bekijken we zo direct. Dit ‘weten’ als een zintuig beschouwen wordt misschien pas duidelijk als we de Anu Gita en diens achtergrond verder zouden bestuderen. Daar is hier geen plaats voor. Wel zien we hier een link naar die onwaarneembare werkelijkheid. Het gaat hier over puur weten als een op zichzelf bestaand iets.Kennelijk ziet de Anu Gita een mogelijkheid om het werkelijke te kennen zonder waar te nemen.

Nog een goede reden om deze leer van de 7 zintuigen aan te voeren is dat we hiermee een handreiking kunnen doen naar de laatste ontwikkelingen in de wereld van de wetenschap. We komen in een ontmoeting daarmee liever niet aan met een zevenvoudig fysiek, psychologisch en spiritueel schema van de mens en de kosmos. Er zijn namelijk moderne ontwikkelingen die een wat wij een zevende categorie noemen als primair vooropstellen. Daarover verderop meer.

Het denken als zesde zintuig

We kunnen het denken als een controlekamer zien waar alle informatie van de 5 zintuigen wordt verwerkt en waar besluiten worden genomen. Het denken staat dan volledig onder invloed van de zintuigen en van de zinnen, de driften, de drang tot bestaan, tot overleven. Op die manier en in het kader van dit onderwerp kan het interessant zijn om het denken als een zesde zintuig te beschouwen. We zien dan dat het denken door driften en emoties gestuurd wordt met begeerte tot leven en de angst voor de dood als twee belangrijke polen daarin. Het denken doet echter meer. Er is bijvoorbeeld fantasie en verbeelding en natuurlijk nog veel meer maar dat is voor nu niet van belang allemaal te benoemen. Geloof in leven na de dood, in hemel en hel, in andere dimensies van werkelijkheid zou kritisch beschouwd dan voortkomen uit het niet kunnen verwerken van de angst voor de dood. Dit is zeker een goede en geldige waarneming. Aan de andere kant, dit niet kunnen accepteren van de eindigheid van ons zelf en het leven transponeert men m.i. toch veel te gemakkelijk op een serieus filosoferen over, en zoeken naar dat ‘andere’. Er zijn zeer serieuze onderzoekingen naar waarheid en werkelijkheid in filosofie, in wetenschap en in mystieke filosofieën.

De tegenwerping is daarom dat in de mystiek nou juist het verwerken van angst voor de dood, het opgeven van elke zekerheid, zowel uiterlijk als innerlijk een geïntegreerd en belangrijk deel uitmaakt van die zoektocht naar de aard van de werkelijkheid. Zelfs komt er pas echt gang in op dat pad na deze onderwerpen voor een groot deel te hebben verwerkt. We kunnen dit misschien benoemen als een geest-drift. Paradoxaal loopt de zoektocht naar de werkelijkheid van het leven via sterven van het ik, of het ontmantelen van het ego construct dat we in de Anu Gita benoemd zien als het 6de zintuig. En dan, als die ontmanteling dan heeft plaats gevonden - wat dan? Dan zou het mentale beginsel van de mens volkomen open en transparant zijn voor dat totaal andere, voor dat wat voorbij het waarnemen en het verstand ligt.

Het zevende

Omdat onze taal volledig samenhangt met dat denken dat samen met de andere vijf geëvolueerd is uit, en afgestemd is op onze bekende werkelijkheid van leven en overleven, wordt het ons duidelijk dat over dat andere verder weinig tot niets te zeggen valt. Onze waarneming is beperkt tot wat we nodig hebben om fysiek voort te leven. Het waarneembare is een zichzelf voortzettend en zichzelf in standhoudend systeem. Daardoor en daarom ook bewijst het steeds zichzelf. Deze voor ons waarneembare werkelijkheid noemt de titel echter onwerkelijk en zegt weinig troostrijks er achteraan. Dat wat werkelijk is, is onwaarneembaar. Daar staan we dan, volledig uit het veld geslagen, we hebben niks meer te zeggen. 1)

Echter, de Anu Gita had nog een zevende zintuig genoemd. Dit moet ons een uitweg bieden uit dit raadsel dat de titel ons presenteert. Alleen met deze nog onbekende mogelijkheid lijken we verder te kunnen komen. Ondertussen moeten we met z’n zessen wel begrijpen dat ons mensbeeld en wereldbeeld daarvoor losgelaten zal moeten worden.

Maar …. verrassing, we blijken medestanders te hebben uit onverwachte hoek.

Het schokkende van onze titel hoorden we al bijna een eeuw geleden van nobel prijswinnaar, Niels Bohr:

Alles wat wij werkelijk noemen, is gemaakt van dingen die niet als werkelijk kunnen worden beschouwd. Als de kwantummechanica je niet diep geschokt heeft, dan heb je het nog niet begrepen".

Van een andere wetenschapper hoorden we:

waar materie dan ook van gemaakt moge zijn, het is niet gemaakt van materie”.

Een van de inspiratoren van H.P.Blavatsky (HPB) zei eens aangaande de missie van de theosofische vereniging: “de wetenschap is onze beste bondgenoot”. Dat is opmerkelijk als je bedenkt hoezeer het bestrijden van het materialisme deel uitmaakte van hun missie. Kennelijk zagen zij toch wel een verschil tussen wetenschap enerzijds en materialisme als visie of denkwijze anderzijds. Nu, bijna 150 jaar later blijkt inderdaad een deel van de wetenschap een bondgenoot te zijn geworden in die strijd tegen dat materialisme. Daarover straks meer.

Laten we eens zien wat de materialistische visie op de werkelijkheid nu eigenlijk inhoudt. Ten eerste moeten we beseffen dat het niet de aard, de natuur van de materie onderzoekt. Dat zou meta-fysica zijn, die gaat over zijn, over het inwezen van iets. Materialisme gaat over hoe iets werkt. Ze onderzoekt vooral wat de kleinste materie deeltjes doen, hoe ze zich gedragen en vindt dan uit wat je er mee kan. Ze beperkt zich tot dat wat objectief gemeten kan worden en door ons zesde zintuigen verwerkt kan worden. Desalniettemin heeft zich toch een visie op het gebied van meta fysica en filosofie gevormd. Het spreekt zich namelijk uit over de werkelijkheid:

dat wat ik kan meten en verklaren is werkelijkheid, dat is wat bestaat. Dat wat niet gemeten en bewezen kan worden behoort niet tot de werkelijkheid.

Met deze laatste conclusie gaat ze over de grens van de fysica. Ze kan kwantiteiten meten maar geen kwaliteiten. Menselijke ervaringen als nieuwsgierigheid, verwondering, vragen naar de werkelijkheid van het bestaan, waarheidsliefde, passie voor onderzoek, allemaal kwaliteiten dus die niet werkelijk zijn volgens de materialistische visie. Een wetenschapper onderzoekt vanuit en met deze kwaliteiten de materie tot op de diepste lagen en verklaart dan dat zijn leergierigheid en zijn zoeken niet werkelijk zijn. Want hij kan zijn eigen kwaliteit van passie en waarheidsliefde niet meten. Hoe logsch, redelijk, rationeel en wetenschappelijk dat?

Natuurlijk is men verstandig genoeg om hier een probleem te zien. Er zijn ervaringen, er zijn kwaliteiten en er is bewustzijn. Er werd aangenomen dat deze kwaliteiten, dus ook bijvoorbeeld liefde het gevolg is van activiteiten in de hersenen. De verklaring dat wanneer je een deel van de hersenen beïnvloed die liefde weg is of juist tevoorschijn komt voldeed gaandeweg niet meer. Het bewijst alleen dat er een verband is. Men kwam tot de erkenning dat het materialisme een probleem heeft met het bewustzijn: ‘het harde probleem van het bewustzijn’, genaamd. Men kan tot nu toe niet het bestaan van ervaring, van bewustzijn vanuit de materie verklaren. Al decennia lang wordt hieromheen gedraaid en van alles geprobeerd, het wil maar niet lukken. Er zijn volhouders; ‘eens zal het lukken’. Men houdt vast aan het materialistische paradigma dat tot een dogma verworden is.

Bondgenoten

Er zijn wetenschappers die met alternatieve hypothesen komen voor dat harde probleem van het bewustzijn. Hun hypothese is dat de werkelijkheid niet materieel, niet fysiek is. Het bewustzijn wordt als primair gesteld en materie als een secundair gevolg. Er zijn er vele. Ik noem hier slechts Neil Theise: Is consciousness ultimate reality?, Donald Hoffman: Conscious Realism, en Bernardo Kastrup met Analytic Idealism. Voor iedereen gemakkelijk op youtube te vinden via internet.

In dit artikel behandelen we alleen het analytisch idealisme van Bernardo kastrup. Hij stelt voor om bewustzijn als primaire werkelijkheid te nemen. Hiermee worden volgens hem nagenoeg alle verklaringsproblemen van het materialisme opgelost. Hij heeft die consequentie getrokken uit de bevindingen en ervaringen bij het onderzoek naar de allerkleinste deeltjes. Daar blijkt namelijk dat een deeltje pas bestaat als je het meet. Dus de bouwstenen van wat wij onze werkelijkheid noemen bestaan niet onafhankelijk en uit zichzelf, ze zijn het gevolg van gemeten worden. Wat is meten? Meten is, aandacht geven, waarnemen, kijken, een kwaliteit richten, bewust bezig gaan. Oftewel precies die kwaliteit waarmee een onderzoeker aan het werk gaat, en negeert omdat hij het niet kan meten, veroorzaakt het deeltje. Bewustzijn blijkt primair en het deeltje is het gevolg en heeft dus geen primaire in en uit zichzelf bestaande status. Opnieuw verband leggend met onze titel: we nemen inderdaad een onwerkelijkheid waar in die zin dat het een secundaire afgeleide werkelijkheid is. Die is er wel maar het is een afgeleide, niet de werkelijkheid. Hier hebben we een wetenschappelijke onderbouwing van wat maya is, zou je kunnen zeggen. Een deeltje is eigenlijk een neergeslagen of gestold golfje. (men spreekt over collaps, instorting) Maar wat is het dat golft? Het mentale veld, of het bewustzijn bestaat uit golfjes, het leeft, beweegt, is krachtig enz. het golfje is en bestaat uit bewustzijn. Zoals een golfje in een meer uit water bestaat. Het is wel een meetbaar, aanwijsbaar golfje maar het is en blijft water.

Analytisch Idealisme

HPB in 1888 in de GL blz. 49 (I):

“De wetenschap stelt zich tevreden met het opsporen of postuleren van tekenen van universeel leven maar is nog niet moedig genoeg geweest om zelfs maar te fluisteren "Anima Mundi ! "

Blavatsky zelf bleek moedig en onverschrokken genoeg om de wetenschap de maat te nemen en vergelijkingen te maken met wat de esoterische filosofie op bepaalde punten aan alternatieven in huis had. Analytisch idealisme verkeert momenteel in eenzelfde positie tegenover de materialistische wetenschap. Het kritiseert het materialisme en komt tegelijk met een alternatief. En wat voor een;

Anima Mundi wordt niet alleen gefluisterd, nee het wordt als hypothese gesteld om de problemen van de materialistische zienswijze op te lossen.

Bernardo Kastrup (BK) gebruikt voor zijn hypothese verschillende termen waaronder Anima Mundi, noumenon, eusia, universeel bewustzijn, substantia en soms nog andere. Als bestudeerder van de esoterische filosofie trek je dan soms wel je wenkbrauwen op, wij zijn meer verschillende en gespecificeerde dimensies gewend. Zijn missie is echter om het universeel bewustzijn of het mentale veld in het denken over de werkelijkheid binnen te brengen. Komen met de verdelingen en schema’s die wij kennen is waarschijnlijk geen goede strategie. Hij houdt het simpel en komt met zijn dashboard metafoor en met noumenon of universeel bewustzijn.

De waarnemer

Hij noemt enkele aspecten van dat veld van bewustzijn die interessant zijn om hier weer te geven. Ten eerste hoe hij het bewustzijn als geheel benoemt. Soms noemt hij het ‘the experiencer’, dat we in het Nederlands misschien het beste kunnen vertalen met ‘het ervarende’. Maar ook noemt hij het ‘the perceiver’, ‘de waarnemer’, of het waarnemende. Dus de wereld ziel (anima mundi), of de theosofische overziel is ervarend en waarnemend. Met andere woorden als ik de boom in mijn tuin zie staan, ben ik het niet als individueel persoon die de boom in mijn tuin creëert met mijn waarnemende aandacht. Het is ‘de waarnemer’ of ‘het waarnemende’, anima mundi die de boom evenals mijzelf die naar de boom kijkt, waarneemt. De wereldziel neemt zijn zaakjes waar zouden we een beetje lichtjes kunnen concluderen. Waarnemen is dan tot aanschijn brengen, tot verschijning brengen.

De dashboard metafoor

Om het bestaan van een transcendente werkelijkheid dat voorbij onze waarneming en kenvermogen ligt aannemelijk te maken is ook Kastrup aangewezen op het gebruik van metaforen, symbolen en allegorieën. De situatie van onze zes zintuigen wordt behandeld met de dashboard metafoor. Een piloot in de cockpit van zijn vliegtuig in zwaar weer is genoodzaakt te vliegen op de informatie die het dashboard hem biedt. Daarmee kan hij de storm overleven en veilig landen. Dit staat symbool voor de situatie van de mens. Er is geen helder raam waardoor de piloot de werkelijkheid buiten kan zien, hij ziet alleen de wijzerplaten, de apparatuur. Het doet denken aan Plato’s metafoor van de grot. We completeren de metafoor door aan te nemen dat de piloot geboren is in de cockpit en van de echte werkelijkheid niets weet. Een automatische piloot dus eigenlijk maar toch, dit is een metafoor over ons, levende mensen. Onze vijf zintuigen plus de zesde nu als piloot benoemd komt overeen met de Anu Gita visie op de zintuigen. Het zesde, het verwerkingscentrum kennen we als ons ‘ik’ dat geheel ontwikkeld is door en voor de wil tot bestaan en overleven. De kracht van deze evolutionaire conditionering is enorm.

Dit ‘ik’ is als het ware de dienaar of misschien in feite de slaaf van de zinnen en deze krachtige conditionering. In De Stem van de Stilte beschrijft HPB dit echter als ‘de koning (radja) der zinnen’. Het wordt tevens benoemd als ‘de voortbrenger van gedachten die begoocheling wekt’. ‘Het denken is de machtige verdelger van het werkelijke’ lezen we dan. Vervolgens wordt aanbevolen om die verdelger te verdelgen. Laten we deze oproep de piloot te doden op zijn beurt ook als een metafoor zien. Duidelijk is dat we met deze piloot en zijn instrumentarium volgens de Anu Gita, volgens HPB en ook volgens BK niet tot werkelijkheid komen.

Hoe zit het met het zevende zintuig

Wat zegt BK daarover. Ten eerste moeten we dan denken aan het bewustzijn als primaire categorie. Hij benoemt dit bewustzijn zoals we al zagen als het waarnemende, het hele veld van bewustzijn is waarnemend. Er is bij hem geen duidelijk standpunt voor een individueel hoger zelf bijvoorbeeld dat in de theosofie het reïncarnerende beginsel genoemd wordt. Hij lijkt te neigen naar een ‘niet ik’ visie zoals in Boeddhisme en Advaita. Wel antwoordde hij op een vraag van iemand een keer als volgt: (….)”wanneer het aankomt op de diepste lagen van onze geest - die misschien niet zo gedissocieerd zijn als ons ego is”(....) Dus blijkt hier een erkenning lagen in de geest, en meer of minder gedissocieerd zijn. Het is wel duidelijk dat zo’n zevende zintuig in het analytisch idealisme eventueel gevonden zou kunnen worden in de universele overziel en dan waarschijnlijk in die diepere minder gedissocieerde –dus meer heel zijnde- lagen van onze geest. Maar wat wordt bedoeld met gedissocieerde ego.

De dissociatie metafoor

Zijn opponenten vragen natuurlijk, hoe komt het dat ik jouw gedachten en bewustzijn niet ken terwijl je stelt dat we samen een groot bewustzijn hebben. BK moet dus in de wetenschap op zoek naar bewezen voorbeelden om zijn hypothese te onderbouwen. Zijn antwoord op deze vraag is. Er bestaat in de natuur dissociatie, kijk maar naar de dissociatieve persoonlijkheidsstoornis. Dus kan het ook zijn, ‘zo in het groot, zo in het klein’ dat het grote universele bewustzijn dissociatieve alters heeft bestaande uit onderling afgescheiden mensen, individuen. Hierover ontstaan heel veel vragen, die hij echter een voor een kan tackelen met voorbeelden uit wetenschappelijk onderzoek.

In BK's dissociatiemetafoor herkennen we HPB's concept van individualisatie dat ze in haar grondstellingen van de esoterische filosofie naar voren brengt.

Zo zijn er vele onderwerpen die allemaal verdedigt kunnen worden. Tot nu toe heeft geen enkele kritische wetenschapper zijn hypothese onderuit kunnen halen. En andersom, het materialistische narratief wordt niet meer verdedigt door vooraanstaande materialistische wetenschappers, wel willen ze het AI onderuit halen wat tot nu toe niet lukt.

Mentaties

Alles bestaat uit bewustzijn zegt BK, er is niets daarbuiten. In het Engels; everything is consciousness. Of: everything is mental. In het Nederlands vertaald; alles bestaat uit bewustzijn. Alles is bewust, of alles heeft bewustzijn zou tot misverstanden kunnen leiden, zoals bijv. dat er een bewuste boom in de tuin zou staan. Er wordt geen animisme bedoeld en ook geen pan-psychisme. Nee, de boom bestaat in en uit bewustzijn. Ieder verschijnsel (fenomeen) is bewustzijn, fenomenaal bewustzijn noemt hij dat. Zijn hypothese komt sterk overeen met de visie van de esoterische filosofie. Zoals al eerder opgemerkt gaat Analytisch Idealisme niet heel specifiek in op het leven in en van die ziel, de focus ligt ergens anders. Er wordt wel gezegd dat er mentaties zijn, leven en bewegingen in die oceanische ziel. Gedachten, gevoelens en emoties zijn mentaties. Wellicht vallen archetypen ook onder deze term. Dat zou dan toch weer op onderscheidingen in het mentale veld wijzen. Dit verleidt een theosofisch student om hier dieper op in te gaan en dit onderwerp te gaan verkennen middels gemengd theosofische en AI combinaties. En wat zou het dan interessant zijn om een gericht interview met BK te kunnen hebben.

Wij automatische piloten zijn niet tevreden met onze cockpit en ons dashboard, er broeit wat van binnen al weten we vaak niet wat. In de taal van de Anu Gita, de mens is niet tevreden met die zes zintuigen, je ‘voelt’ dat er iets meer is. Van welke mentatie in de grote mensheidsziel is dat gevoel een representatie zouden we ons af kunnen vragen. Van het zevende zintuig?

* De titel van dit artikel is overgenomen van een voordracht door A.J.H. van leeuwen in 1962.

1) How do you receive something that's beyond the mind?

J. Krishnamurti

:

Reacties

Populaire posts van deze blog

Cursus Analytisch Idealisme en Esoterische filosofie

Een cursus aan de hand van 11 video’s door Bernardo Kastrup De fysisch/materialistische wetenschap is een grens gepasseerd. Vooral door de quantum (deeltjes) fysica is het voorbij de grens gegaan van wat men materie noemde. Echter dat wat voorbij die grens werd gevonden werd (en wordt) nog steeds benoemd en geduid zoals men dat in het materialistische denken gewend was. Er worden nog steeds benamingen uit de materialistisch wetenschappelijke begrippenkader gebruikt. Bijvoorbeeld wordt het woord deeltje gegeven aan iets dat geen deeltje meer is. Wat betreft het woord golfje blijkt men niet echt uit te kunnen leggen wat er golft. Men zou zichzelf rekenschap kunnen geven van wat er ontdekt is en er de consequenties uit kunnen trekken. Men zou denken en visie kunnen herzien en aanpassen. Dat zou een hele omwenteling van onze visie op de realiteit en de wereld betekenen. Zo’n alternatieve visie kennen we uit niet-westerse culturen maar ook uit westers idealisme en mystiek. Blijven w

Esoterische Filosofie en Analytisch Idealisme

Esoterische filosofie is in het westen in meerdere bewegingen te vinden. In dit artikel kijken we naar het relatief moderne werk van H.P. Blavatsky. We pogen een vergelijking, kritiek en uitwisseling tussen esoterische filosofie en het moderne Analytisch Idealisme in gang te zetten. Hoe vruchtbaar zou een uitwisseling kunnen zijn? Het werk van H.P. Blavatsky (hierna HPB) kan gezien worden zien als een relatief moderne uiting van de esoterische filosofie. In dit artikel gaan we proberen om overlappende aspecten van esoterische filosofie en analytisch idealisme aan te wijzen. Bernardo Kastrup’s (hierna BK) schrijft in zijn boek Brief Peeks Beyond over eenzelfde missie als die van HPB in haar tijd. Bk zegt het op blz 148, meer specifiek op onze tijd gericht zo: "Wanneer de economisch succesvolle en intellectueel invloedrijke elite - een kleine minderheid van de populatie - niet langer in staat is dat succes en die invloed te ontlenen aan het materialisme, zal het paradigm