Kan kritiek vanuit mystiek en esoterische filosofie helpen de orthodoxe en dogmatische islam te openen.
Aan het Ene dat alles te boven gaat kan geen eigenschappen toegekend worden.
Ieder beeld dat van het beeldloze gemaakt wordt haalt dat beeldloze naar beneden.
Het aanbidden van een beeld (van god) is godslastering of afgoderij.
Ik ga een poging wagen om een ideologisch en politiek maar een ‘in de kern spiritueel systeem’ juist op datzelfde spirituele gebied tegemoet te treden.
Wat is de kern van de Islam? Volgens mij is dat ‘Eenheid’. Iedere spirituele traditie of mystieke school stelt een oerbeginsel voorop als grond, begin en eindpunt van alles. Er wordt door menigeen als vanzelfsprekend aangenomen dat iedere godsdienst zo’n spirituele kern of ‘mystiek hart’, in zich draagt en dat verwachten we ook van de Islam. Dat is de reden voor mij om dit preciezer te onderzoeken.
Die vooronderstelling, dat beginsel wordt beschreven als grenzeloos, tijdloos, eeuwig en oneindig. Het wordt ook beschreven als onkenbaar, ondenkbaar en onvoorstelbaar, omdat het geen beeld of vorm heeft. Het is onnoembaar en ondenkbaar enz. enz. Het kan niet positief of positivistisch beschreven worden. Hiervoor wordt vaak de ontkennende negatieve manier van beschrijven gebruikt: on-eindig, tijd-loos, grenzenloos enz.
Gelukkig is ons verstand in staat te vatten dat dit niet te vatten is. Een verstandig mens weet dat je met het denken niet een antwoord moet verwachten over, of vanuit het ondenkbare. De vraag is, wat doet een mens op dit punt waar op de ons bekende manier niets te kennen en niets te zeggen valt. Degenen die intuïtief of op mystieke wijze toch op een of andere manier dit niets ‘kennen’ nemen hun toevlucht tot het schrijven van het woordje Niets met een hoofdletter. Men spreekt over de grote leegte, over ruimte of over de ongrond die vooraf gaat aan de grond van het bestaan. Naast de negatieve of ontkennende manier van beschrijven wordt soms de analogische of symbolische manier gebruikt. Bijvoorbeeld; het licht symboliseert het ene dat het niets is waaruit de kleuren (de dingen die bestaan) van de regenboog uit voortkomen. Een derde manier is het gebruik maken van de overtreffende trap; bovenwezenlijk, alles overtreffend zoals in India het Para-Brahman, boven-goddelijk.
Niets
Dit niets met een hoofdletter, dit mysterieuze oerbeginsel wordt ook wel de al-geest genoemd of de grote geest. De kwestie of deze geest een menselijke projectie is omdat de mens het niets niet aan zou kunnen laten we hier maar even rusten. Het woord spiritus heeft de betekenis van universele geest. Het huidige begrip ‘spiritualiteit’ vindt hierin zijn oorsprong en diepste betekenis. Van dit Niets wordt gezegd dat het de oorzaakloze oorzaak (want zelf niet veroorzaakt) van al het bestaande is. Het wordt het ene genoemd. Het is belangrijk om op te merken dat hier een woord dat een getal aanduidt (een, het ene) wordt gebruikt voor nul, voor geen-getal. Daarnaast moeten we opmerken dat we spreken over ‘het ene’ en niet over ‘de ene’. De uitspraak de ene, zou een getalsbetekenis kunnen hebben, de eerste in een reeks, of de enigste in zijn soort waarvan er maar een is. Maar zou desalniettemin in de categorie ‘getal’ vallen. Niets, soms als ‘het ene’ benoemd valt daar buiten. Logischer wijze kan dit ook weer niet maar we zagen al dat we hier met denken en taal aan onze grens zitten. Dit qua logica en filosofie verder uitwerken valt buiten mijn kunnen en (daarom) ook het bestek van dit opstel. We gaan verder met het geconstateerde verschil tussen de voorzetsels ‘het’ en ‘de’ voor het woord ‘ene’. Het gaat om de betekenis van nul, van niets. Het is de nul die voorwaarde is voor het getal een, evenals de reeksen die daar uit volgen. ‘Het ene’ verwijst naar nul of niets. ‘De ene’ verwijst naar een, de enige of de eerste. Een is een getal, voortkomende uit geen getal. Iets, voortkomende uit niets. Een wonder eigenlijk, wat verbluffend toch dat er iets is en niet niets.
Het goddelijke en god
Een is dus de eerste in getal, in hiërarchie. Nul is geen getal, geen hiërarchie en is de onvoorwaardelijke voorwaarde voor een en alle getallen, voor reeksen en hiërarchieën, voor alle dingen en bestaansvormen. De gelijkwaardigheid van alles, van de verscheidenheid van mensen en dingen kan alleen in de nul gevonden worden. Niet één maar nul staat voor de onvoorwaardelijke gelijkwaardigheid van alles. Spinoza erkende bijvoorbeeld één absolute substantie als (oer)grondbeginsel van al het bestaande. De gelijkwaardigheid van alle mensen leidde hij daaruit af alsmede vrijheid en democratie. Dus tegenovergesteld aan wat de mono-theïsten er uit afleidden. Dit uitgaan van een beginsel van eenheid noemt men monisme in tegenstelling tot dat van dualisme tussen geest en materie of, het dualisme tussen god en niets.
Monisme
Het monistische standpunt zegt dat er een (eventueel goddelijk te noemen) eenheidsbeginsel is waar alles uit voortkomt, zonder een scheppende god die er a.h.w. naast (be)staat. In dat dualisme is god de schepper (theos) de eerste, de ene of de enige. Dit laatste is de mono-theïstische visie, daarnaast hebben we de visie dat er meerdere goddelijke krachten aan het werk zijn. Worden die veroorzakende, scheppende krachten als goden gezien dan hebben we te maken met polytheïsme. Hieruit blijkt dat atheïsten dus best monisten (maar geen mono theïsten) kunnen zijn. Voorbeelden zijn het Taoïsme en Boeddhisme. Ze zijn monistisch waar ze van een eenheidsbeginsel uitgaan. Ze zijn niet-theïstisch waar ze geen scheppende god erkennen. Taoïsme en Boeddhisme een godsdienst noemen is feitelijk onjuist. We kunnen ze voorbeelden van spiritueel humanisme noemen in tegenstelling tot het in het westen overheersende materialistisch humanisme.
Vaak verkeert dat humanisme en atheïsme nog in een reactieve houding naar het monotheïsme. Een beetje ingewikkeld? Misschien, maar het is de moeite waard om het verband tussen spirituele stromingen en culturele ontwikkelingen te zien.
Uit nul en een komt het vele voort, uit niets en iets komt alles voort. Het oneindige beginsel geeft alles van zichzelf en verliest niets, het blijft eeuwig volledig, zichzelf. Het is en blijft een en heel. Gezien vanuit ons, vanuit onze eindigheid is het, ‘het totaal andere’. Tegelijk is dat andere in alle dingen. Het oneindige beginsel kan niet ergens niet zijn. Alle dingen zijn in dat en dat is in alle dingen. Het is het al in alles. Alles is een en een geheel.
Dit is het eerste van de drie delen van dit artikel. Het is in zijn geheel als essay verschenen op het opinie en debatblog Veren of Lood (klik hier) en er zijn daar ook wat meer reacties te lezen dan op dit blog.
Reacties