Doorgaan naar hoofdcontent

Kritische meditatie (3)

Zoals aangekondigd: close reading met de tekst van het vorige opstel (Kritische meditatie 2) in deze reeks. Eerst lezen dan mediteren.

“We werken met wat is, maar wat niet is gebruiken we”.(Tao Teh Ching)

Deze zin gaat dus over wat is, over wat niet is, en over werken en gebruiken. Dat wat is, daar wordt mee gewerkt. Dat lijken dus de dingen te moeten zijn. Als we dan aan het werk zijn met de dingen en zelf ook 'ding' zijn gebruik je volgens het ideaal van de Tao Teh Ching (dat) wat niet is, de niet-dingen. Dat (wat dat dan ook moge zijn), zijn dus geen dingen meer. Hier gaat het over het verschil tussen vorm en leegte misschien, vanuit de leegt de vormen vorm geven. Vormen (werkwoord) vanuit leegte, werken, handelen bewegen vanuit leegte. Zoiets zal het moeten zijn. Net zoiets als leven vanuit dood. Met steeds de dood, met je ‘niet bestaan’ in je bewustzijn, handelen, bewegen, leven.

Deze taoïstische zin brengt je direct in contact met een bepaalde geestesgesteldheid, een bepaalde vorm van bewustzijn.

Byron Katie lijkt de lezer inzicht te willen geven in die staat van bewustzijn. Ze probeert je mee te nemen in een reis van denken naar niet-denken. Zie die eerste alinea. De eerste twee zinnen daarvan zeggen:

“Als het denken inzicht krijgt in zichzelf, identificeert het zich niet meer met zijn eigen gedachten. Dan ontstaat er een grote open ruimte.”

Hier wordt nogal wat gezegd. 1 Het denken krijgt inzicht in zichzelf, in het denken. 2 Het denken identificeert zich (dan) niet meer met zijn eigen gedachten. Wat of wie is dan dat denken dat inzicht krijgt, dat zich niet meer identificeert met het denken vraag ik me dan af. Wat ze hier gedachten noemt moeten we beschouwen als denkbewegingen neem ik aan. Dan (zegt zij) ontstaat er een grote open ruimte. Zo heeft zij dat ervaren en over die ervaring wijdt ze dan verder uit.

Ik moet zeggen dat ik ook weleens inzicht heb in mijn eigen denken. Dan heb ik door hoe ik bepaalde uitgangspunten heb over iets en daardoor handel zoals ik handel. Die uitgangspunten of houdingen en vooroordelen kan ik loslaten en daarna veranderd dan mijn handelen. Dat ontstaan van die grote open ruimte herken ik niet. Ik kan me in sommige gevallen wel opgeruimd of opgelucht voelen maar dat is het dan. Ik neem voorlopig maar aan dat dit komt omdat het in mijn geval gaat over een bepaald onderwerp van denken en gedrag en bij haar misschien over het totaal van haar denken en gedrag. Ze gaat verder met:

“Een volgroeid denken kan alle ideeën koesteren; het voelt zich nooit bedreigd door verzet of conflicten, omdat het weet dat het niet belemmerd kan worden. Als het geen standpunt heeft dat verdedigt moet worden of een identiteit die beschermd moet worden, kan het gaan waar het wil. Het heeft nooit iets te verliezen, omdat er niets bestaat. Het lacht van plezier en vergiet tranen van dankbaarheid omdat het zijn eigen natuur ervaart.”

Het lijkt hier ook alsof denken en ‘ik’ hetzelfde zijn. Ze lijkt het over zichzelf te hebben als ze over het denken spreekt. Een volgroeid denken is kennelijk vrij, geen bedreigen, geen verzet, niets te verdedigen, geen identiteit te beschermen. Niets te verliezen want er is niets. Alleen plezier en dankbaarheid door het ervaren van de eigen natuur.

Heel erg aanlokkelijk moet ik zeggen. Maar tegelijk ook wel onbegrijpelijk en onwerkelijk. Ook beangstigend, wie ben ik dan nog. Besta ik dan nog wel. Ben ik er dan nog wel om dat te ervaren. Katie spreekt er ook in de 2de persoon over; ‘het lacht van plezier’, en ‘het heeft nooit iets te verliezen’, enz. ze heeft het over ‘het’. Onpersoonlijk. Nou dat ken ik allemaal niet. En als ik om me heen kijk zie ik ook alsmaar mensen die best wel inzicht hebben in hun eigen denken maar die net zo min als ik lachen van plezier en tranen vergieten van dankbaarheid omdat ze hun eigen natuur ervaren. Wellicht komt dat omdat ik het over hen heb als ‘ikken’ net als over mezelf als een ‘ik’. Zij heeft het over het, maar ze is kennelijk wel degene die het ervaart. Zij wel en wij niet…. hoe komt dat toch. Misschien toch door dat verschil van het totale denken in haar geval en gedeelten van het denken in ons geval?

In die tweede alinea beschrijft ze haar ervaring:

“Alles lijkt bij mij binnen te komen. Ik kijk en zie wat er uit me komt. Ik ben het middelpunt van alles. Ik hoor meningen en concepten en omdat er geen ik is waarmee ik me kan identificeren neem ik alles in me op als een ‘zijn’, en alles wat uit de ervaring voortkomt is ondergedompeld in het niet-zijn, uitgewist en weer naar buiten gedreven. Het komt naar binnen, het voegt zich tot één geheel, het wordt uitgewist en wat naar binnen stroomt is het niet-zijn dat er uitziet als het zijn. Als je inziet dat je niemand bent voel je je bij iedereen op je gemak, hoe wanhopig of verdorven ze ook mogen lijken. Er is geen lijden waar ik niet binnen kan gaan, wetend dat het al is opgelost, wetend dat wat ik ontmoet altijd mezelf is.”

Alles komt bij haar binnen en er stroomt ook weer van alles uit haar blijkt in de eerste zinnen. Er is duidelijk een zelfervaring. Maar ze ervaart geen ‘ik’ staat er in de volgende zin. Ze ervaart een uitwisseling of wederkerigheid van zijn en niet-zijn, wat ik versta als vorm en leegte die ik hierboven noemde. “(....) het niet-zijn dat er uitziet als het zijn”. De leegte die er uitziet als vorm zou je kunnen zeggen. Die paar laatste zinnen zijn pure mystieke ervaringen. Niet zo gek dus dat ik dat niet herken.

De leegte die vorm lijkt te zijn. Vorm en ding is onze werkelijkheid. Mystiek lijkt te gaan over de onwaarheid van onze werkelijkheid en de waarheid komt ons over als onwerkelijkheid. Misschien dat Katie daarom graag werkt met omdraaiingen?

In de derde alinea lijken we meer psychologische uitleg te gaan krijgen over dit merkwaardige fenomeen van de mystieke ervaring.

Daar ga ik een volgende keer mee verder. Dit is genoeg zo voor een opstelletje op Zondag.

Reacties

Populaire posts van deze blog

De onwerkelijkheid van het waarneembare en De onwaarneembaarheid van het werkelijke.*

Dit artikel is bedoeld de aandacht te vestigen op de moderne renaissance van het metafysisch idealisme, de opvatting dat de werkelijkheid in essentie geestelijk is. Tevens als een oproep om te onderzoeken of een vergelijkende studie, uitwisseling en wederzijdse kritiek tussen esoterie en analytisch idealisme mogelijk is en wellicht zinvol is. Dit is een bescheiden eerste poging. Ad Rek De stelling in de titel opent de vraag en suggereert tevens dat onze werkelijkheid illusoir is en er een ‘echte’ werkelijkheid bestaat die we niet kunnen waarnemen. Hoe kun je het over een onwaarneembare werkelijkheid hebben. Die kun je toch niet waarnemen? Sla je dan niet aan het fantaseren, ga je niet juist dan jezelf iets illusoirs en onwerkelijks voorstellen? Dat kan je toch niet serieus nemen, behalve als sprookje, sciencefiction, fantasie of godsdienst? Om werkelijkheid van onwerkelijkheid te onderscheiden zijn we aangewezen op waarneming en het verwerken van die waarneming. Waarne

Cursus Analytisch Idealisme en Esoterische filosofie

Een cursus aan de hand van 11 video’s door Bernardo Kastrup De fysisch/materialistische wetenschap is een grens gepasseerd. Vooral door de quantum (deeltjes) fysica is het voorbij de grens gegaan van wat men materie noemde. Echter dat wat voorbij die grens werd gevonden werd (en wordt) nog steeds benoemd en geduid zoals men dat in het materialistische denken gewend was. Er worden nog steeds benamingen uit de materialistisch wetenschappelijke begrippenkader gebruikt. Bijvoorbeeld wordt het woord deeltje gegeven aan iets dat geen deeltje meer is. Wat betreft het woord golfje blijkt men niet echt uit te kunnen leggen wat er golft. Men zou zichzelf rekenschap kunnen geven van wat er ontdekt is en er de consequenties uit kunnen trekken. Men zou denken en visie kunnen herzien en aanpassen. Dat zou een hele omwenteling van onze visie op de realiteit en de wereld betekenen. Zo’n alternatieve visie kennen we uit niet-westerse culturen maar ook uit westers idealisme en mystiek. Blijven w

Esoterische Filosofie en Analytisch Idealisme

Esoterische filosofie is in het westen in meerdere bewegingen te vinden. In dit artikel kijken we naar het relatief moderne werk van H.P. Blavatsky. We pogen een vergelijking, kritiek en uitwisseling tussen esoterische filosofie en het moderne Analytisch Idealisme in gang te zetten. Hoe vruchtbaar zou een uitwisseling kunnen zijn? Het werk van H.P. Blavatsky (hierna HPB) kan gezien worden zien als een relatief moderne uiting van de esoterische filosofie. In dit artikel gaan we proberen om overlappende aspecten van esoterische filosofie en analytisch idealisme aan te wijzen. Bernardo Kastrup’s (hierna BK) schrijft in zijn boek Brief Peeks Beyond over eenzelfde missie als die van HPB in haar tijd. Bk zegt het op blz 148, meer specifiek op onze tijd gericht zo: "Wanneer de economisch succesvolle en intellectueel invloedrijke elite - een kleine minderheid van de populatie - niet langer in staat is dat succes en die invloed te ontlenen aan het materialisme, zal het paradigm